Bart Van de Vijver Bart Van de Vijver is verbonden als permanent wetenschapper aan de Plantentuin Meise (voormalige Nationale Plantentuin van Belgi?) en als docent aan de Universiteit Antwerpen. Hij is een expert op het gebied van zoetwaterdiatomee?n van de poolgebieden. De voorbije 15 jaar heeft hij zich intensief beziggehouden met de revisie van de soortensamenstelling van Antarctische en sub-Antarctische diatomee?n. In het kader daarvan heeft hij 7 veldexpedities uitgevoerd naar Antarctica (Crozet, Kerguelen, Amsterdam Isl., Livingston Isl.) en 3 expedities in het Arctische gebied (Spitsbergen, Groenland). De drijfveer voor de revisie is het onderzoek naar de stelling van Baas-becking ???Everything is everywhere, the environment selects??? (Ubiquity-stelling) die aangeeft dat micro-organismen een wereldwijde verspreiding kennen zonder duidelijke biogeografische patronen. Door gebruik te maken van enerzijds hoog-performante licht- en rasterelectronenmicroscopie en anderzijds de laatste jaren ook van moleculaire technieken, wordt getracht om het unieke karakter van de biogeografie van diatomee?n vast te stellen. Dit leidde tot de publicatie van meer dan 200 nieuwe zoetwaterdiatomee?nsoorten uit het Antarctische gebied die in de meeste gevallen een typisch (endemische) Antarctische verspreiding kennen wat de Ubiquity-stelling tegengaat. Tegelijkertijd wordt ook een deel van de Arctische diatomee?nflora gereviseerd, recent nog door een master-thesis-onderzoek van ??n van de masterstudenten van B. Van de Vijver die binnenkort met haar PhD onderzoek zal starten. Door het combineren van Arctische en Antarctische diatomee?nflora???s zal getracht worden aan te tonen dat polaire diatomee?n zeker geen bipolaire verspreiding kennen maar integendeel een welomschreven, hetzij Arctische dan wel Antarctische distributie hebben. Het onderzoek verloopt in nauwe samenwerking met de Universiteit Gent, de Charles University in Prague en het Center for Polar Ecology in Tsjechi? die beschikken over een veldstation op Spitsbergen. Tijdens een mogelijke deelname aan de SEES-expeditie is het de bedoeling om zoveel mogelijk diatomee?nmonsters te verzamelen van natte mosvegetaties, natte bodems en aquatische habitats (meren, poelen, riviertjes). Er zullen twee types van monsters verzameld worden: enerzijds gefixeerd materiaal voor verder microscopisch onderzoek en anderzijds levend materiaal dat in cultuur gebracht zal worden voor verder DNA-onderzoek. Eeen deel van het materiaal zal gebruikt kunnen worden in het PhD onderzoek van Eveline Pinseel (U Antwerpen ??? U Gent) en het post-doc onderzoek van Katerina Kopalov? (Charles University in Prague ??? Agentschap Plantentuin Meise). |